Procesdiagrammen
Processen voor het
vervaardigen van producten zitten vaak heel ingewikkeld in elkaar.
Om overzicht te behouden bij het ontwerpen en instandhouden van
processen en het onderhouden van procesapparatuur wordt dan ook
gebruik gemaakt van tekeningen.
Veel gebruikte tekeningen zijn het:
- Procesflowdiagram
(PFD) (ook wel Flowsheet genoemd )
- Piping
and Instrumentation diagram (P&ID).
Voor het weergeven
van onderdelen en leidingen met hun appendages worden in deze tekeningen
genormeerde symbolen gebruikt. Hiervoor verwijzen we je naar de
normen EN-NEN 2195 en NEN 3157.
Stroming
in leidingen
Wanneer we vloeistoffen
door een leiding transpor-
teren krijgen we te maken met de begrippen stroomsnelheid v en de
volumestroom Φ
en met het doorstroomoppervlak A van de leiding (voorbeeld).
Het verband tussen volumestroom, stroomsnelheid doorstroomoppervlak
is:
Φv
= v x A
|
|
Voor het doorstroomoppervlak
van de leiding kunnen we invullen ¼π2.
De formule die het verband aangeeft tussen volumestroom en stroomsnelheid
wordt dan:
Φv
= v x ¼πd2
Rekenvoorbeeld:
Door een ronde buis met een inwendige diameter van 5 cm stroomt
water met een snelheid van 4 m/s. Bereken hoeveel water per seconde
en per uur door deze leiding stroomt.
Oplossing:
Φv = v x ¼πd2
Φv
= 4 m/s x ¼π x 0,052 m2
Φv
= 0,0079 m3/s
Dit vermenigvuldigt met 3600
s/uur levert de doorstroom-
hoeveelheid per uur:
Φv
= 0,0079 m3/s x 3600 s/uur
Φv
= 28 m3/uur.
Op bovenstaande wijze kunnen we bijvoorbeeld ook de benodigde diameter
van een leiding berekenen, wanneer de vereiste volumestroom en stroomsnelheid
bekend zijn.
Voor berekeningen van
stroming van vloeistoffen en gassen in leidingen maken we veelal
gebruik van de
Wet
van Bernoulli.
Daarnaast krijgen we bij stroming door leidingen te maken met het
drukverlies over leidingen en appendages. Hiervoor worden bepaalde
formules gehanteerd.
|