Temperatuurspanningen
Verhoging of verlaging van de temperatuur in een leiding door de omgeving
of door de inhoud van de leiding veroorzaakt veranderingen van de lengte
van de leiding.
Deze vormverandering veroorzaakt niet alleen extra spanning in de leiding,
maar ook de nodige extra krachten op de supports en aangesloten apparatuur.
Hoe hoog die spanning in een rechte, aan weerszijden opgesloten leiding
kan oplopen is met de volgende formule te berekenen:
De spanning
is dus afhankelijk van de uitzettingscoëfficient ,
en de elasticiteitsmodules van
het materiaal.
De lengte en diameter van de leiding spelen dus geen
rol!
Leidingflexibiliteit
Vaak is het mogelijk die krachten en spanningen op te vangen door het
inbouwen van flexibele verbindings-
stukken.
Waar dat niet mogelijk of te kostbaar is (grote diameters en/of hoge druk)
moeten we die extra benodigde flexibiliteit zoeken in de vormgeving.
De flexibiliteit van een leiding neemt toe als:
• de totale leidinglengte toeneemt
• het zwaartepunt van de leiding verder naar buiten ligt.
Vergeet bij het ontwerpen niet de economische aspecten:
• zijn extra (kostbare) bochtstukken en supports nodig?
|
|
• moeten extra voorzieningen getroffen worden voor
de supports?
Op de navolgende schermen zijn voorbeelden gegeven van zowel twee- als
driedimensionale oplossingen.
Berekeningen
Of een leiding voldoende flexibel is kan met behulp van een aantal min
of meer eenvoudige formules aangetoond wor-
den. Hiervoor bestaan twee systemen:
• berekening volgens de DLT-formules
• berekening volgens KELLOG-formule
Kellog
De flexibiliteit is voldoende als aangetoond kan worden dat:
waarin:
D = leidingdiameter in mm
Y = uitzetting tussen ankers A en B in mm
L = totale leidinglengte in m
U = afstand tussen de ankers A en B in m
=
uitzettingscoefficient
|