In het navolgende zullen we een aantal constructieve tips aangeven die van
pas kunnen komen bij het ontwerpen van een leidingsysteem van en naar pompen.
Zuigleiding
• De zuigleiding mag nooit een kleinere diameter hebben dan de aansluiting
op de pomp, liever groter.
• De zuigleiding moet zo kort mogelijk zijn en liefst zonder bochten.
• Om het vormen van luchtinsluitingen te voorkomen, moet de zuigleiding
naar de pomp toe oplopen (geen “kattenruggen”).
• Bij de kans op verontreinigingen in de vloeistof moet een zuigkorf of
een vuilvangrooster worden toegepast.
• De afstand tussen de pomp en de eerste bocht in de zuigleiding moet
bij voorkeur groter zijn dan 2 maal de diameter van de zuigleiding.
• Als de zuigleiding een grotere diameter heeft dan de pompaansluiting
dient het verloopstuk zo dicht mogelijk bij de pomp geplaatst te worden, als
een verloopstuk zich in een horizontaal leidinggedeelte bevindt moet dit verloopstuk
excentrisch uitgevoerd worden (bovenkant gelijk).
Persleiding
• De persleiding wordt in het algemeen voorzien van een terugslagklep
en een afsluiter.
• Verloopstukken in de persleiding moeten worden ingebouwd tussen de pomp
en de terugslagklep.
Ondersteuning van de pijpen moet adequaat gebeuren zodat er geen krachten op
de pomp aansluitingen komen door gewicht of thermische expansie. (Zie
voorbeeld)
Ontwerp |